In ViSoft premium 2019 is nu een nieuw type object opgenomen: water aansluiting. Het voordeel van deze type objecten is dat deze individueel automatisch worden gemaatvoerd in menu uitgave doorsnedes:

Individueel automatisch gemaatvoerd

Gegroeperde maatvoering

In de sanitairdatabase vind je waterconnecties in de bibliotheek ViSoft Bathroom > Water Connections.
Wij hebben ook een Nederlandse serie gemaakt, deze kun je hier downloaden.
Installeer deze in je .eigen objecten > rechtsklik en kies importeren en selecteer Sani_Water-aansluitingen.v3db.

Na plaatsen van de punten, gebruik je de functies “afstand ingeven” en centreren. Hiermee leg je tussen twee punten de exacte locatie van de aansluitpunten vast.

Een groep kan in de eigen bibliotheek worden opgeslagen, op deze manier kun je zelf veel voorkomende aan- en afvoer schema’s opslaan.

 

 

 

Onder Uitgave – Stuklijst – materialen kun je siliconen aan de materiaalstuklijst toe te voegen. Klik op de knop Eigen artikel toevoegen en dubbelklik op siliconen op vloer of muur om deze in je stuklijst toe te voegen. Vink Add to Part List (laatste kolom) aan als je wilt dat siliconen standaard in de materiaallijst worden opgenomen. Klik op toepassen om het venster te sluiten.

De benodigde hoeveelheid siliconen is nu automatisch berekend en toegevoegd aan de stuklijst. De berekening is als volgt voor vloeren: de buitenste rand van het betegelde gebied. Voor muren: de lengte tussen muren (indien betegeld) en de buitenste rand van betegelde gebieden (bijvoorbeeld wanden die in verbinding staan).
Ook de benodigde hoeveelheid van wand-, plafond- en muurkleuren en stucwerk kun je nu toevoegen in de materiaal stuklijst.

In het menu Uitgave | Plattegrond kun je de zichtbaarheid van objecten instellen. Via het navigatiebord kun je de zichthoogtelijn aanpassen, waarmee objecten zichtbaar of verdwijnen in de plattegrond.

De zichthoogte in onderstaand voorbeeld is op 160 cm gezet. Objecten die deze hoogte raken, verschijnen in de plattegrond.

 

Zichthoogte is hoger ingesteld, alleen de ruimte is nu in beeld.

Onder de print instellingen in het menu Uitgave kun je een voetnoot instellen. Deze voetnoot dient maximaal 1 regel lang zijn. De voetnoot wordt op elke pagina geprint.

Onder Print instellingen in het menu Uitgave kun je de projectkader informatie aan of uitzetten. Onder schaal en afmeting stel je de grootte in. Vink de regels aan die je in de tekeningen wilt opnemen. Je kunt ook de tekst aanpassen in de kaders van de eerste rij en de projectnaam.

Mocht je de naam, adres, stad gegevens willen aanpassen dien je dit onder Bestand > Klantinformatie te doen.

Let op dat de tekening laag tekstvelden en labels aanstaat, mocht je geen tekst zien verschijnen

Klik op de knop Label om tekst in de tekening toe te voegen. In het rechtermenu kun je onder instelling tekstlabels de tekst, lettertype, opmaak, hoek en kleuren van de tekst, achtergrond en kader aanpassen.

Nadat je een label hebt gemaakt, kan je deze opslaan in de bibliotheek. Klik op het label met een rechtermuisklik en selecteer > In bibliotheek opslaan. Klik op de knop Bibliotheek om deze te openen. Kies de map Labels aan de linkerzijde. Hier vind je de opgeslagen labels terug.

Via de knop Afbeelding in het menu Uitgave kun je foto’s en dergelijke bestanden toevoegen. Na het plaatsen kun je afbeelding met een dubbelklik draaien of verschalen. Dit is ook mogelijk via het rechtermenu onder pagina element eigenschappen.

Wanneer je grote plattegronden wilt printen, kan het gemakkelijker zijn deze op meerdere A4-pagina’s te printen. Het is handig om het printvoorbeeld te gebruiken.

Stel de schaal in onder printinstellingen. Selecteer Klantafmetingen en stel de gewenste schaal in. Bijvoorbeeld 1/20.

Onderstaande afbeeldingen is een voorbeeld van een uitgave die op zes A4 pagina’s is geprint. Na het printen kun je gemakkelijk de pagina’s samenvoegen met behulp van de markeringen.